Een jaar vuur


Een jaar vuur dertig jaar as. Niet al te lang geleden hoorde ik zijdelings deze opmerking “een jaar vuur is dertig jaar as”. Deze bleek afkomstig te zijn van een ervaren Maatschappelijkwerker VO, die zijn loopbaan was begonnen bij een bank. Bij een bank, ik hoor het u denken, zo verging het mij dan ook. Ik was met stomheid geslagen. Een bank staat voor mij voor onverbiddelijkheid, waar de wet van het geld regeert en geld dat heb je of je hebt het niet. Dat is voor een leek als ik ben op het gebied van geld, een duidelijke waarheid.
De professie Maatschappelijkwerk, brengt met zich mee, dat je vaker met mensen te doen krijgt die geen geld hebben. Daardoor in de meest uiteenlopende moeilijkheden terecht gekomen zijn. Meestal is basis van hun moeilijkheden, schulden. Omgaan met geld is een kunde, die vele met mij, niet beheersen.
Het is dus een zogenaamde waarheid “de wet” die beschrijft hoe je om moet gaan met geld. Heeft weinig te doen met de kunde psychosociaal voelend te zijn, deze ontwikkeld te hebben, vaak met pijn en moeite. Psychosociaal voelend heeft veel meer verschillende nuances, als een kleurenspectrum, voor sommige maakt het, juist dat ondoorzichtig, maar voor mij blijft het een feit dat er in dat gebied heel veel mogelijk is.
De wetten van het geld hebben dus weinig met “Psychosociaal voelend” te maken.
Dhr. in kwestie is dus oppositioneel werk gaan doen. Werk waarin de winst veel moeilijker definieerbaar is. Zoals ik al zei een kunde.
De in deze vertelling betreffende heer ging dan ook verder als maatschappelijk werkende, iets waar de bank in kwestie (zoals ik de heer heb leren kennen), zeker wel bij voer.
Het VO waar dhr. in kwestie veel waarde aan hecht, ik zie het op zijn visite kaartjes en bij zijn digitale handtekening terug. U moet u voorstellen een pakket met 100 visitekaartjes, waarop zijn naam stond en de titel maatschappelijkwerker daar zette hij dan in blauwe inkt VO achter, deze twee lettergrepen persoonlijk achter.. VO staat voor voortgezette opleiding, een post HBO opleiding dus. Hij had dertig jaar in het vak gewerkt en deed dit pas in het laatste jaar van zijn werkzaamheden. Zodat iedereen het moest lezen. Iedereen met wie hij te doen had, zou in het laatste jaar van zijn loopbaan als Maatschappelijkwerker, weten dat hij deze post HBO opleiding genoten had.
Dhr. zelf, een wat warrig typ, die wanneer je hem tegen zou komen, nooit de indruk zou wekken veel wijsheid in zich te dragen of in zich zelf verzameld te hebben. Nee sterker nog. Wanneer ik dhr. buiten de stichting tegen kwam was mijn spontane reactie altijd weer “mag hij wel uhhh alleen op straat rondlopen”. Zo een mens verdient in vooruit al sympathie.
Deze uit zich bij mij dan het meest in de vorm van respect voor zijn creatieve geest, wat toch zijn gereedschap was in omgang met de mensen die hij beroepshalve ontmoette. Nooit vond ik een collega origineler en onberekenbaarder in zijn reacties dan dhr. in kwestie. Ik mocht hem collega noemen.
Zijn creatieve en authentieke gedrag evenals de inventiviteit waar mee hij de mensen die hier naar toe kwamen ontmoette, droeg bij aan de vorming van een mythe rond om zijn persoon. Andere collega’s spraken vaak fluisterend over hem, meer met een stem die ontzag en respect verraadde.. Ook cliënten die hem in vroegere tijden hadden ontmoet, in het kader van hun moeilijkheden, onthielden hem.
Zo kon het voorkomen dat je werd aangesproken als jonge Maatschappelijkwerker, met is dat niet de heer Rood uit……, Ja antwoordde ik dan op mijn beste maatschappelijkwerks toon. Daar in leggend dat ik begreep dat ik nog een lange weg te gaan had om die zelfde status te kunnen bereiken.
Vaker voel ik me op een splitsing staan, Waarbij het een vurig ideaal van mij is, in zijn voetsporen te treden, als dat ik ook vaak denk “je moet het beeld van het werk ideaal houden”, voor wat ik ga, ik zelf ben er nog niet achter.
Terug naar de uitspraak wat in feit een stoute uitspraak is.
“een jaar vuur dertig jaar as”, Misschien maakt het, ’t wat begrijpelijker als ik u vertel , dat dhr. In kwestie lang gewerkt heeft in een klein dorpje aan een groot meer midden in Nederland, Een dorpje wat moedig weerstand blijft bieden tegen de grotere gemeentes en hun culturele gewoontes, die aan de betreffende gemeente grenzen. De bewoners van dit dorp lukt het goed, hun eigenheid te behouden.
Al jaren lang ontmoedigt het mij te zien dat er busladingen toeristen uit alle windstreken naar dit dorpje vervoerd worden om dan 500 mrt. dijk te bekijken die geflaneerd wordt door huisjes waarin afwisselend cafés of toeristen shops zitten terwijl aan de andere kant alleen maar water te zien is..
In dat dorp voltrok zich tijdens een oudejaarsnacht een ramp. Een café met kerstversiering brandde uit. Veel mensen raakten hier door voor de rest van hun leven getekend. Dhr. had veel compassie met de inwoners van dit dorp. Hij werkte er dan ook met veel hartstocht. In de tijden van en na het voltrekken van de ramp, werd hij dan ook geconfronteerd met het eerste deel van zijn uitspraak, het vuur.
Hij had in die tijd veel te doen met de gevolgen van de ramp. Dit mee te maken en er intensief contact mee te hebben, was dan ook zelfs voor hem teveel op den duur.
Twee jaar na dato kwam hij in een fase terecht waar het lichaam sterker is dan de wil van de bewuste geest. Hij bleef toen voor een lange tijd thuis. Hij kwam terug op het werk met de uitspraak: als je het van een afstand bekijkt, heeft het allemaal niets om het lijf wat hier gebeurd. Hij heeft het dus kunnen ervaren.
Of deze persoonlijke ervaring de “dertig jaar as” in zijn uitspraak dan ook staven, dat dacht ik niet, daarvoor komt hij met alle respect, er dan toch nog 27 te kort.
Met deze laatste gedachte, had ik de uitspraak terzijde kunnen leggen, het als afgedaan beschouwen. Toch bleef de uitspraak bij me.
Ik volgde een training in een van de mooiste plekjes van Nederland. Op een landgoed. Deze workshop werd geleid door een professor uit Duitsland. Ene heer prof Dr. Dr. Franz Rupert.
Deze komt uit het zuidelijke deel van de Bondsrepubliek Beieren.
Hier begint zich een parallel af te tekenen. Namelijk die met, het eerder genoemde dorpje aan de voormalige Zuiderzee.
Ook dit deel van de Bondsrepubliek, Beieren heeft de naam eigenaardig te zijn en ook hier kijken de omliggende landen er argwanend heen. Ook naar dit gebied stromen vele mensen heen. Dit keer niet om een straatje te bekijken maar wel om aan lange tafels te zitten op smalle banken en bier uit zware stenen kruiken te drinken.
dhr. prof Dr. Dr. Rupert komt uit een grotere plaats binnen dat gebied München. Daar heeft de goede man jaren lang zich bezig gehouden met het begrijpen van trauma’s. Dus bijvoorbeeld ook mensen die een brand hadden overleefd.
In de uitspraak van de heer J. Rood is te herkennen dat hij er van uit gaat dat het leven met een traumatische ervaring dertig jaar duurt, ik begrijp dat het daarna beter wordt.
Nu had de heer prof Dr. Dr. Rupert aan trauma’s in zijn omgeving geen gebrek. Duitsland had nog niet zo lang geleden de eerste en tweede wereld oorlog verloren en oorlogen brengen nu eenmaal trauma’s met zich mee, dat is wel bekend. Nu praten we trouwens wel al over een tijdsbestek van ruim 60 jaar sinds beëindiging van de tweede wereld oorlog. Een naoorlogs tijdsbestek waar in trauma’s zich laten gelden. Sterker nog dhr. F. Rupert toonde aan dat trauma’s generaties lang mee gaan. Ze worden aan de volgende generatie cadeau gegeven, of je dit nu leuk vindt of niet.
Hij introduceerde dan ook de term Multigenerelle trauma’s.
Er is dus wel degelijk een parallel in de consequenties van de uitspraak van de heer Rood te vinden. Alleen zou de uitspraak zich moeten aanpassen aan de zich snel veranderende inzichten dezer tijd. De uitspraak zou kunnen zijn. Een jaar vuur betekend 6Ix»Ø¸=MNN jaar. Zo zou deze er dan uitzien in aangepaste vorm.
Ik wil me niet aan een verduidelijking wagen, daar ik niet het overzicht en het rijkdom aan ervaring heb waar de heer Rood zich in kan koesteren, zowel als dhr. prof Dr. Dr. Rupert.
Wat hiermee wel bewezen is dat de ver ziende blik van de heer Rood, baanbrekend is geweest. Vooral voor zoekende als ik. Zijn visie heb ik altijd zeer ten harte kunnen nemen en heb met plezier naar zijn uitspraken geluisterd. Met bovenstaand stukje heb ik dan ook het de vooruitziende blik en de bruikbaarheid daar van willen aantonen.